Dan is de kans groot dat u last heeft van schouder artrose.
Gaan de klachten niet weg? Maak dan een afspraak bij Echozorg.
In een gezonde schouder zorgt het kraakbeen van de schouderkop en schouderkom ervoor dat de botten soepel over elkaar kunnen glijden.
Is er sprake van slijtage van het kraakbeen in de schouder? We spreken van artrose.
Het kraakbeen van de schouderkop en schouderkom wordt dunner en onregelmatiger. Hierdoor ontstaat meer wrijving bij het bewegen van de arm.
Bij ernstige artrose is het kraakbeen zo goed als weggesleten. De schouderkop en schouderkom schuren dan tegen elkaar aan.
Vervolgens ontstaan er botwoekeringen (osteofyten), waardoor de schouder steeds minder kan bewegen en stijver wordt.
Ook kan er een ontsteking ontstaan. We spreken dan van artritis. De schouder voelt warm en gezwollen aan.
Oorzaak
Leeftijd speelt bij het ontstaan van schouderartrose een belangrijke rol. Het kraakbeen wordt zachter als u ouder wordt, waardoor het gemakkelijker slijt.
Vaak is er geen directe oorzaak te vinden voor artrose. Veel patiënten geven aan dat hun schouderklachten spontaan zijn ontstaan.
Het is bekend dat artrose vaak een familiekwaal is. Vrouwen hebben er meer last van dan mannen.
Slechts bij een kleine groep patiënten is een duidelijke oorzaak aan te wijzen. Zoals bijvoorbeeld:
Een breuk van de schouderkop (humeruskop-fractuur) of de schouderkom (glenoid-fractuur) kan schade veroorzaken aan het kraakbeen. Hierdoor versnelt het natuurlijke verouderingsproces.
Ook een oude blessure of een ontwrichting (schouder uit de kom) kan leiden tot artrose. Dit soort schouderblessures herstellen nooit 100%, waardoor de schouder minder stabiel is dan voorheen.
Een trauma of een breuk zijn de belangrijkste oorzaken van schouder artrose op jonge leeftijd.
Mensen die vaak dezelfde bewegingen uitvoeren, lopen meer risico op het ontwikkelen van artrose van de schouder. Denk aan beroepen als dansers, naaisters en landbouwers. Ook topsporters lopen een hoger risico.
Reumatische aandoeningen zoals reumatoïde artritis, jicht en pseudojicht kunnen ontstekingen in het schoudergewricht veroorzaken. Dat tast het kraakbeen aan waardoor artrose ontstaat.
Bij patiënten met een oude, maar niet-geheelde schouderpeesruptuur (cuffruptuur), komt de schouderkop na verloop van tijd ‘bloot’ te liggen.
Hierdoor kan meer frictie ontstaan tussen de schouderkop, het schouderdak en de schouderkom. Dit kan leiden tot kraakbeenschade en artrose van de schouder.
Deze vorm van artrose noemen we ‘cuff-artropathie’.
Vaak is het slijtageproces van een cuff-artropathie al lang gaande voordat het schouderklachten veroorzaakt.
Een zogenaamde omgekeerde schouderprothese is meestal de oplossing bij een cuff-artropathie, omdat:
Bij een omgekeerde prothese kunnen patiënten meer hefkracht ontwikkelen, zodat ze de arm hoger kunnen heffen.
Klachten en symptomen
De typische klachten van schouderartrose zijn:
Als er sprake is van zowel artrose in de schouder als een gescheurde schouderpees, kunt u de arm ook niet meer optillen.
Normale dagelijks handelingen zoals aankleden, wassen of huishoudelijke taken worden dan steeds lastiger.
Diagnose en onderzoek
De diagnose artrose van de schouder wordt nogal eens over het hoofd gezien. De symptomen lijken vaak op die van een peesontsteking, slijmbeursontsteking of een beginnende frozen shoulder.
Voor een compleet beeld is een röntgen- en/of een echo-onderzoek noodzakelijk.
Ook kan een ‘proefprik’ in het schoudergewricht helpen bij het stellen van de juiste diagnose.
Binnen enkele minuten weten we dan of de klachten voortkomen uit de schouder.
Lees verder:
Met echografie kunnen we de ‘weke delen’ rond het schoudergewricht in beeld brengen. Het gaat om het gewrichtskapsel, de slijmbeurs, de schouderpezen en -banden.
Ook is het mogelijk om die delen van de schouderkop in beeld te brengen waar vaak botwoekeringen en kraakbeenbeschadigingen ontstaan.
De beoordeling van de botstructuur en het diepe gedeelte van het schoudergewricht is niet mogelijk met echografie.
Het is echter wel nuttig bij het opsporen van zwelling, ontstekingen en botknobbels (osteofyten).
Ook wordt echografie gebruikt bij injecties in het schoudergewricht.
Als er sprake is van artrose is dat vaak goed zichtbaar bij een röntgenonderzoek.
Een röntgenfoto geeft inzicht in:
Een MRI-onderzoek vragen we aan als er na een röntgen- en echo-onderzoek nog onduidelijkheid bestaat over de oorzaak van de klachten.
Schouderartrose laat zich soms lastig onderscheiden van andere schouderaandoeningen. Daarbij komt dat pijn en slijtage op een röntgenfoto of op een echo niet altijd gelijk op gaan.
Patiënten kunnen behoorlijk last van pijn en stijfheid hebben, zonder dat er afwijkingen op een röntgenfoto te zien zijn. Vooral bij een beginnende schouderartrose is dit het geval.
Anderzijds betekenen afwijkingen op een röntgenfoto of een echo niet per definitie klachten.
Om zeker te weten dat de pijnklachten veroorzaakt worden door artrose spuiten we een proefinjectie met lidocaïne in het schoudergewricht.
Nemen de schouderklachten binnen enkele minuten na de injectie af? Dan is het aannemelijk dat de pijn voortkomt uit het schoudergewricht.
Zo’n proefinjectie voeren we bij Echozorg altijd met behulp van echografie uit.
Denkt u dat u last heeft van artrose van de schouder? Dit herkent u vooral aan diepe pijn in de arm en stijfheid. En bij het slapen. U kunt slecht op de pijnlijke zijde liggen.
Toch is de diagnose niet altijd gemakkelijk te stellen. De aandoening wordt nogal eens over het hoofd gezien. De symptomen lijken namelijk op die van:
Om deze aandoeningen van elkaar te onderscheiden is meer nodig dan alleen een lichamelijk onderzoek.
Daarom onderzoeken we elke patiënt bij Echozorg lichamelijk én echografisch.
Bij twijfel vragen we een röntgenonderzoek aan. Of we zetten een ‘proefprik’. Binnen enkele minuten weten we dan precies wat de schouderpijn veroorzaakt.
Echografie
Met echografie brengen we de ‘weke delen’ rond het schoudergewricht in beeld. Het gaat om het gewrichtskapsel, de slijmbeurs, de schouderpezen en -banden.
Ook is het mogelijk om die delen van de schouderkop in beeld te brengen waar vaak botwoekeringen en kraakbeenbeschadigingen ontstaan.
De beoordeling van de botstructuur en het diepe gedeelte van het schoudergewricht is niet mogelijk met echografie.
Het is echter wel nuttig bij het opsporen van zwelling, ontstekingen en botknobbels (osteofyten).
Ook gebruiken we echografie bij injecties in het schoudergewricht.
Röntgenonderzoek en MRI
Als er sprake is van artrose is dat vaak goed zichtbaar bij een röntgenonderzoek.
Een röntgenfoto geeft inzicht in:
Een MRI-onderzoek vragen we aan als er na een röntgen- en echo-onderzoek nog onduidelijkheid bestaat over de oorzaak van de klachten.
Proefinjectie
Schouderartrose kan soms lastig te onderscheiden zijn van andere schouderaandoeningen. Daarbij komt dat pijn en slijtage op een röntgenfoto of op een echo niet altijd gelijk op gaan.
Patiënten kunnen behoorlijk last van pijn en stijfheid hebben, zonder dat er afwijkingen op een röntgenfoto te zien zijn. Vooral bij een beginnende schouderartrose is dit het geval.
Anderzijds betekenen afwijkingen op een röntgenfoto of een echo niet per definitie klachten.
Om zeker te weten dat de pijnklachten veroorzaakt worden door artrose spuiten we een proefinjectie met lidocaïne in het schoudergewricht.
Nemen de schouderklachten binnen enkele minuten na de injectie afnemen? Dan is het aannemelijk dat de pijn voortkomt uit het schoudergewricht.
Zo’n proefinjectie voeren we bij Echozorg altijd met behulp van echografie uit.
Is de pijn acceptabel? Dan is ons advies af te wachten. Vaak neemt de pijn na verloop van tijd af. Sommige patiënten hebben baat bij fysiotherapie, ontstekingsremmers of paracetamol.
Heeft u dit geprobeerd? Maar houden de klachten aan?
Laat dan uw pijnlijke schouder behandelen door de orthopeden van Echozorg.
Voor artrose van het schouder bieden we bij Echozorg verschillende behandelingen.
Meestal beginnen we met een cortisone-injectie. Deze behandeling voeren we altijd precies uit met behulp van echografie.
Veel patiënten ervaren na zo’n injectie snel minder pijn. Maar feit is dat de klachten na een paar maanden kunnen terugkeren.
Bij aanhoudende klachten zijn er behandelingen mogelijk met:
Dit zijn goede alternatieven voor een cortisone-injectie. En mocht dat niet helpen, dan kan een operatie uitkomst bieden.
Wij bespreken graag welke behandeling voor u het beste is.
Echogeleide cortisone injectie
Een injectie met cortison is een effectieve behandeling om van de schouderpijn af te komen. Het middel cortison (een ander woord voor corticosteroïden) is een sterk ontstekingsremmend medicijn.
Bij schouderartrose heeft zo’n injectie meestal een snel, maar tijdelijk effect. Dit duurt van enkele weken tot circa 6 maanden. Maar sommige patiënten zijn na één injectie jarenlang klachtenvrij.
Cortison geneest of vermindert de artrose niet. Het voorkomt alleen de symptomen.
Er kleven ook nadelen aan een cortisone-injectie. Op de lange termijn kunnen corticosteroïden het kraakbeen in het schoudergewricht aantasten. Dit probleem ontstaat bij het geven van te veel injecties. Voorzichtigheid is dus geboden (maximaal 2 tot 3 injecties per jaar).
Bij Echozorg voeren we cortisone-injecties altijd echogeleid uit, zodat het middel precies in het schoudergewricht terechtkomt en niet in de omliggende pezen en spieren. Bekijk de video van een echogeleide injectie.
Lees alles over de bijwerkingen, voor- en nadelen van een injectie met corticosteroïden.
Hyaluronzuur injectie
Behandelingen met hyaluronzuur zijn gebruikelijk bij artrose.
Een van de kenmerken van artrose is dat de kwaliteit van het hyaluronzuur afneemt. In gewrichten zorgt het hyaluronzuur voor een goede smering en hydratering om schokken beter op te vangen.
Aangetoond is dat injecties met geconcentreerd hyaluronzuur een heilzaam effect hebben op de pijnklachten bij artrose. Ook zorgt het voor meer soepelheid in de gewrichten. Het effect houdt gemiddeld 3 tot 6 maanden aan.
Een injectie hyaluronzuur is een goed alternatief als pijnstillers, ontstekingsremmende middelen en injecties met corticosteroïden onvoldoende effect hebben. Zeker als u een operatie voor een nieuwe schouder (nog) niet ziet zitten.
Lees alles over de voor- en nadelen van een injectie met hyaluronzuur.
Bloedplasma behandeling (ACP)
ACP bestaat uit bloedplasma met een geconcentreerde hoeveelheid groeifactoren. Deze hebben een ontstekingsremmend effect bij artrose (gewrichtsslijtage). Daarnaast stimuleert ACP de productie van het lichaamseigen hyaluronzuur in de slijmvliezen van gewrichten. Hyaluronzuur is een lichaamseigen smeervloeistof.
Een ACP-behandeling remt de ontsteking en smeert als het ware het gewricht.
Bij milde tot matige slijtage hebben behandelingen met ACP het meeste effect. De duur verschilt per patiënt en is afhankelijk van de ernst van de slijtage. Ook de aanwezigheid van een ontsteking (artritis) speelt een belangrijke rol.
Bij een voldoende resultaat kunnen we een ACP-behandeling zonder nadelige gevolgen herhalen.
Lees alles over de voor- en nadelen van een ACP-behandeling.
Pijnbestrijding schouder
Soms brengt pijnbestrijding via een zenuwblokkade uitkomst.
Vooral wanneer injecties met corticosteroïden of hyaluronzuur geen pijnverlichting opleveren. Net als wanneer een operatie niet mogelijk is.
Bij een zenuwblokkade van de schouder remmen we de geleiding van de pijn van de suprascapularis- en de axillaris-zenuwen.
Meestal geven we eerst een proefbehandeling met een verdovingsvloeistof en corticosteroïden.
Neemt de pijn af? Dan kunnen we een PRF-behandeling uitvoeren. Dat staat voor Pulsed Radio Frequente behandelingen. Deze behandelingen hebben 6 tot 12 maanden effect.
Een nieuwe schouder is de laatste optie voor patiënten die ‘alle’ behandelingen al geprobeerd hebben.
Er zijn verschillende redenen waarom mensen een versleten schoudergewricht laten vervangen door een prothese. Pijn is daarvan de belangrijkste.
Ook een breuk, reuma of een grote gescheurde schouderpees kan een goede reden zijn voor een ‘nieuwe schouder’.
De meeste mensen die een schouderprothese krijgen zijn ouder dan 70 en in goede conditie.
Wat de beste operatie is verschilt per patient. De orthopeed kan u er alles over vertellen. In grote lijnen zijn er 4 soorten operaties:
Totale schouderprothese
Hierbij wordt het kraakbeen van zowel de schouderkop als de schouderkom vervangen. Door het verwijderen van het pijnlijke kraakbeen en de botwoekeringen ervaren de patiënten vaak een enorme verbetering.
De belangrijkste voorwaarde voor succes is de kwaliteit van de schouderspieren en -pezen. Die zijn belangrijk voor de schouderfunctie van het nieuwe gewricht.
Omgekeerde schouderprothese
Deze prothese wordt gebruikt als de schouderartrose het gevolg is van eerder gescheurde schouderpezen. Als deze niet meer kunnen herstellen, is een normale schouderprothese niet effectief genoeg.
Een omgekeerde prothese is dan de enige manier om ervoor te zorgen dat u uw arm weer goed kunt gebruiken.
De bol van deze prothese wordt op de kom van het schouderblad geplaatst en de kom op de bovenarm. Omgekeerd dus.
Het voordeel van deze ingreep is dat de deltoidspier de functie van het gescheurde peesblad overneemt. U kunt uw arm weer beter optillen en het schoudergewricht wordt weer stabieler.
Een omgekeerde schouderprothese wordt soms ook gebruikt bij ingewikkelde breuken van het schoudergewricht of bij ‘slechte pezen’ en als vervanging van een gewone schouderprothese.
Resurfacing schouderprothese
Als de slijtage zich beperkt tot alleen de schouderkop kan het volstaan om alleen het kraakbeen van de schouderkop te bedekken. Dit noemt men ‘resurfacing’. De lichaamseigen schouderkop wordt als het ware overdekt met een metalen bedekking.
Dit type prothese wordt nog maar beperkt gebruikt. Eigenlijk alleen bij jonge patiënten. Resurfacing werkt alleen wanneer er geen slijtage zit in de schouderkom en de schouderpezen intact zijn.
Het nadeel is dat veel patiënten vaak klagen over een blijvende stijfheid. Dat heeft ertoe geleid dat de totale schouderprothese eigenlijk de gouden standaard is.
Kijkoperatie
Een kijkoperatie bij artrose in de schouder komt in beeld als de botknobbels (osteofyten) aan de randen van het schoudergewricht pijnklachten en bewegingsbeperking veroorzaken.
Met een kijkoperatie worden de osteofyten verwijderd en het beschadigde kraakbeen bijgewerkt.
Deze operatie stopt het slijtageproces niet, maar kan wel tot vermindering van de pijn en verbetering van de schouderfunctie leiden.
Bij Echozorg wordt u altijd binnen één week gelijktijdig onderzocht door een orthopeed en echografist.
Zo komen wij in één consult tot de juiste diagnose. Vaak kunnen we u tijdens het eerste consult al (echogeleid) behandelen.
Dus wilt u snel van uw pijnklachten af? Vraag eerst uw huisarts om een verwijzing orthopedie naar Echozorg. Maak dan een afspraak met Echozorg. Behandelingen worden vergoed vanuit de zorgverzekering. Bel 085 – 0471627 of stuur ons een e-mail.
De diagnose schouderartrose wordt gesteld op basis van een intake en lichamelijk onderzoek. Verder vinden er een röntgenonderzoek en een echo-onderzoek plaats.
Fysiotherapie
Een fysiotherapeut kan oefeningen geven om de schouder soepel te houden en de schouderspieren te versterken.
Werken
De pijnklachten en de bewegingsbeperkingen bepalen grotendeels wat mensen met een versleten schouder nog kunnen doen.
Veel patiënten vragen ons of werken verstandig is.
Het antwoord van Echozorg is dat je werkzaamheden die direct de pijnklachten oproepen beter kunt vermijden. Bijvoorbeeld handelingen boven de schouders, zwaar tillen en onverwachte bewegingen.
Kortom: forceer de schouder niet en probeer waar mogelijk aanpassingen te vinden.
Het type werk bepaalt de mogelijkheden wat wel en niet kan.